Tekstvorm (verslag verwerken en brongebruik)

 

1.     Het verslag heeft een heldere structuur en het voorgeschreven format is

gebruikt (voorwaarde voor voldoende)

2.     De tekst bestaat uit (minimaal) drie delen
3.     Informatie uit andere bronnen is juist verwerkt.
4.     De gebruikte bronnen zijn volgens gemaakte afspraken genoemd (voorwaarde voor voldoende)


1.    Het verslag heeft een heldere structuur en het voorgeschreven format is gebruikt (voorwaarde voor voldoende)

In CumLaude wordt over het algemeen een gekoppeld werkdocument in de opdracht klaar gezet. Als dit inderdaad zo is, dan is het verplicht om de opdracht in dit (.odt) document te maken en dit document in te leveren. Als er in dit document een format gegeven wordt, verwacht de opleiding dit gebruikt wordt.

 

2.    De tekst bestaat uit (minimaal) drie delen

Aan de lay-out van en de tekst zelf is goed te zien hoe de tekst is ingedeeld. De tekst heeft een inleiding, een kern en een slotalinea en bestaat dus altijd uit minimaal drie alinea’s. Deze zijn door een witregel van elkaar gescheiden.

 

3.    Informatie uit andere bronnen is juist verwerkt.

Geschikte bronnen zijn boeken en artikelen op websites, uit kranten of vakbladen. De vindt ze in de bibliotheek of op internet. Houd rekening met de betrouwbaarheid van bronnen. Denk na over de objectiviteit van de tekst en de bron.

 

Objectieve teksten hebben als doel informeren, hierbij stelt de schrijver zich neutraal op, ze kenmerken zich door de feitelijkheid van de inhoud. Hierbij kun je denken aan twee soorten feiten:

1.     ‘Echte’ feiten: een feit is een feit wanneer het controleerbaar is

 2.     Veronderstelde feiten: er wordt ervan uit gegaan dat iets een feit is, de feitelijkheid is nog niet bewezen. Dit zijn niet erg bruikbare feiten voor een verslag.

 

Gegevens die jou bruikbaar lijken lees je intensief. Je selecteert hieruit de gegevens die je later kan gebruiken. De bruikbare gegevens ga je selecteren door ze te filteren op bruikbaarheid, betrouwbaarheid en geloofwaardigheid. De bron is hierbij belangrijk. Vervolgens orden je de gegevens: per bron, per (deel)onderwerp en chronologisch. Je analyseert de gegevens door ze te vergelijken, te kijken of ze relevant en noodzakelijk zijn.

 

4.    De gebruikte bronnen zijn volgens gemaakte afspraken

genoemd (voorwaarde voor voldoende)

Het gebeurt regelmatig dat je voor een verslag bestaande informatie gebruikt. Deze informatie mag je, als het nuttig is, gebruiken bij het schrijven van je verslag. Alle bronnen die je gebruikt moet je wel in een bronvermelding plaatsen. Een ander woord voor bronvermelding is literatuurlijst.

 

Door de bron van de informatie te vermelden, geef je de lezer de mogelijkhied die bron op te zoeken en te raadplegen. Vermeld je bron zo uitgebreid mogelijk.

 Internetartikel:

  - Schrijver, ‘Titel artikel’, naam website, publicatiedatum

Krant/tijdschrift:

  - Schrijver, ‘Titel artikel’, naam krant/tijdschrift en 

  publicatiedatum

Boek:

  - Schrijver, ‘Titel boek’, uitgever, jaar van uitgave

 

Gebruik de site SCRIBBR om gemakkelijk APA-stijl literatuurlijst en verwijzingen in de tekst genereren.



Layout

1.     De lay-out is volgens afspraak (Arial, Calibri of Verdana, grootte 11 of 12, regelafstand 1,15)

2.     De opmaak van de tekst is adequaat (paragrafen, hoofdstukken, illustraties, enz)

3.     De lay-out is consequent

4.     Het verslag heeft een logische indeling in hoofdstukken en paragrafen (indien van toepassing)

5.     De lay-out is volgens afspraak en is aangepast op doel en publiek

6.     Het verslag heeft een goed titelblad, inhoudsopgave, inleiding, evaluatie en bronvermelding

7.     De bladzijden in het verslag zijn genummerd

 


1.    De lay-out is volgens afspraak

Lettertype:        Arial, Calibri of Verdana

Lettergrootte:  11 of 12

Regelafstand:  1,15

 

2.    De opmaak van de tekst is adequaat

De opmaak van een tekst hoort bij de lay-out en heeft bevat ook de volgende elementen:

  • titel(s)
  • tussenkopjes
  • illustraties
  • bladspiegel

Indien van toepassing, is de tekst verdeeld in: paragrafen, hoofdstukken. Het verslag is voorzien van passende afbeeldingen (illustraties).  Deze kunnen de volgende functies hebben:

  • Ze kunnen de aandacht van de lezer trekken.
  • Ze kunnen de tekst ondersteunen, zodat de lezer die beter begrijpt.
  • De afbeelding kan zo belangrijk zijn, dat je de tekst alleen met de illustratie erbij begrijpt.
  • Er wordt een nieuw inhoudselement toegevoegd, het laat iets zien wat niet in de tekst staat.
  •  Afbeeldingen moeten passend bij de doelgroep van de tekst zijn, gepast en relevant zijn. Zo nodig wordt de bron gebruikt.
  • De bladspiegel is de manier waarop de tekst en afbeeldingen op een bladzijde staan. Deze is overzichtelijk. Alle tekst is links uitgelijnd.    

  3.     De lay-out is consequent

  • Het verslag is in één lettertype en lettergrootte (kopjes vetgedrukt, titel evt. lettergrootte 14)
  • Afbeeldingen, kleuren, stijlen en opmaak lijken op alle bladzijden op elkaar
  • De nummering van de bladzijden, maar ook evt.van titels en paragrafen klopt 

 

4. Het verslag heeft een logische indeling in hoofdstukken en paragrafen

Een lange tekst (van meer dan dertig pagina’s) wordt ingedeeld in hoofdstukken en paragrafen. Kortere teksten worden alleen ingedeeld in paragrafen. Een paragraaf kan subparagrafen bevatten. Hoofdstukken, paragrafen, sub-paragra­fen worden genum­merd en moeten van een titel zijn voorzien.  

 

Voorbeeld, onderwerp: Huisdieren

1         Katten          (hoofdstuk)

1.1      Verzorging  (paragraaf)

1.1.1    Eten              (subparagraaf)

1.1.2   Slapen         (subparagraaf)

1.1.3   Vacht            (subparagraaf)

2        Honden        (hoofdstuk)

2.1      Verzorging  (paragraaf)

2.1.1    enz…            (subparagraaf)

 

5.  De opmaak is aangepast op doel en publiek

Je wil dat je verslag gelezen wordt en dat duidelijk wordt wat je wil vertellen. Dit is een serieus, zakelijk doel (informeren en/of overtuigen). Dat betekent dat je opmaak ook zakelijk moet zijn. Als je verslag verzorgd oogt, prettig leest en voorzien is van afbeeldingen die iets toevoegen aan het geheel. Dan levert dat goodwill bij de lezer op.

 

Dus… je schrijft misschien over kinderen, op je afbeeldingen staan misschien kinderen of kindermaterialen, maar je doelgroep is volwassenen (je po, slb’er of jijzelf), daardoor wordt het geen kinderlijk maar serieus zakelijk verslag.

 

6. De bladzijden in het verslag zijn genummerd

Je verslag heeft een paginanummering. De titelpagina is bij het nummeren bladzijde 1, maar je laat de paginanummering pas zien vanaf de inleiding.